Onze geschiedenis

        Het Ontstaan

Met Napoleons terugkeer uit Elba werden de grootmachten van Europa wederom wakker geschud. Er werd meteen een leger op de been gebracht om Napoleon Bonaparte deze keer voorgoed te verslaan. Zo moest ook Oranje-Nassau, als deel van het Nederlandse rijk, zijn deel van de manschappen leveren. Dit zou uiteindelijk het 28ste Oranje-Nassau regiment worden met 1 compagnie vrijwillige jagers. Het is deze compagnie dat wij uitbeelden.

De Freiwillige Jägerkompanie, onder het bevel van Hauptmann Emil Bergmann, vertrok op 26 mei vanuit Dillenburg. Na een tevergeefse zoektocht naar voldoende bewapening en munitie kregen ze het bevel zich bij de brigade onder prins Bernard von Sachsen-Weimar te voegen, die zich in de omgeving van Thinnes bevonden.

Quatre-Bras

Op 15 juni kregen ze hier het bevel zich naar Quatre-Bras te begeven ten gevolgen van de Fransen troepenmacht die de grens met België had overgestoken. Het was daar, bij Quatre-Bras, dat ze bij hebben gedragen tot de niet onbelangrijke uitkomst van de slag. De kompanie stond opgesteld aan Bois de Bossu waar het later in de slag een tegenaanval opzette, samen met een deel van het Nederlandse 7de militie battaljon om de Fransen wederom uit het bos te drijven.

Waterloo 

Na de hevige gevechten bij Quatre-Bras bleek het merendeel van de mannen in de compagnie bijna al hun munitie op gebruikt te hebben. Ten gevolgen van de verschillende kalibers binnen de compagnie, werden ze zo goed als niet bevoorraad. Hierdoor waren er tijdens de Slag bij Waterloo slechts 12 manschappen van de 166 aanwezig op het slagveld. Deze hebben deelgenomen aan de gevechten rond Papelotte, op de uiterst linkse flank van het geallieerde leger.